Hoofdstuk 2 | Basisbegrippen lesgeven in power yoga

Zoals je weet is yoga meer dan het fysieke aspect. Het is dan ook van belang dat jij dit zelf goed begrijpt en voelt om het vervolgens over te kunnen dragen aan je deelnemers. Wees je ervan bewust dat jij het doorgeefluik bent, dus als jij alleen het fysieke aspect benadert, is dit ook het enige dat de deelnemers meekrijgen. Als jij ook ruimte geeft om de andere - minstens zo belangrijke aspecten te verweven in je les, dan is dat wat de deelnemers ook zullen ervaren. Je gaat dan meer uit van een holistische benadering, waarbij lichaam, geest en ziel verbonden zijn met elkaar. Het betekent overigens niet dat je het gehele achtvoudige pad aan je deelnemers uit hoeft te leggen, maar wel dat je tijdens je les de specifieke yoga aspecten naar voren laat komen. Voorbeelden hiervan zijn dat yoga geen prestatie is en dat je de deelnemers stimuleert te observeren, te onderzoeken en naar binnen te keren. Dat je ze instructies geeft om goed te ademen, gedachten geen ruimte te geven en hun eigen grenzen te respecteren. Als je goed les geeft, ervaren de deelnemers zelf hoeveel voordelen yoga geeft: naast de lichamelijke vooruitgang ervaren zij ook groei op geestelijk en emotioneel gebied. Echter, de basis ligt bij jou als docent. ‘Practice what you preach’ wordt vaak gezegd. Oftewel, pas wanneer yoga voor jou ook meer is dan het doen van houdingen, kun je dit uitdragen aan je deelnemers.

Voordat je begint met lesgeven in power yoga is het belangrijk dat je een aantal basisbegrippen kent:

  • Fundering
  • Uitlijning (alignment)
  • Proximaal / distaal
  • Oppositie
  • Opties
  • Variaties

In deze proefles gaan we kijken naar de onderdelen fundering, en uitlijning (alignment).

“Practice what you preach”