5.2 Trainingsprincipes

5.2.1 Overload

Door spieren te trainen kunnen er onder invloed van de trainingsprikkel (prestatiebevorderende) fysiologische veranderingen optreden. Echter, om dit te bewerkstelligen moet deze prikkel groter zijn dan de prikkel die de spier gewend is. Dit laatste heet overload. Zou er nooit overload plaatsvinden, dan raakt het lichaam gewend aan de prikkel en vindt er geen verandering meer plaats. 

Overload kan plaatsvinden door het verhogen van: 

1) het gebruikte gewicht;
2) het totaalaantal uitgevoerde reps (=sets x reps);
3) de snelheid van een rep (tempo);
4) frequentie (vaker komen trainen);
5) meer oefeningen voor een spiergroep;
6) variatie;
7) complexiteit.

Het verlagen van de hoeveelheid rust en het gebruik van andere oefeningen is ook mogelijk. Vandaar dat wordt geadviseerd om na circa vier tot acht weken training een ander trainingsschema te volgen.